Functionele cookies. Deze cookies zijn noodzakelijk voor het functioneren van de website.
Analyticscookies. Via Google Analytics worden geanonimiseerd gegevens over het surfgedrag verzameld. Zo kunnen wij zien hoe bezoekers zoals jij de website gebruiken en op basis daarvan de website verbeteren.
De te slopen voormalige defensiepanden Z18a en Z18b (Zuidkampweg 23 en 21) in ’t Vaneker bleken een paar- en kraamverblijfplaats voor dwergvleermuizen te zijn. Ter compensatie is dit vleermuizenhotel gebouwd, zo dicht mogelijk bij hun voormalige verblijfplaats.
Het hotel is ingepast in ’t Vaneker: de vormgeving heeft allure, maar is eenvoudig van opzet, zodat het opgaat in de groene omgeving. Het vleermuizenhotel is 6,75 meter hoog en is opgebouwd uit hout en metselwerk.
Waarom is een alternatieve verblijfplaats nodig?
Het in hun huidige staat behouden van de voormalige defensiepanden Z18a en Z18b in ‘t Vaneker waar de verblijfsplaatsen van vleermuizen zijn aangetroffen is niet mogelijk. Onderdeel van de koopovereenkomst met Defensie, is dat de voormalige Defensiepanden binnen een jaar na de eigendomsoverdracht worden gesloopt. Het niet slopen van deze panden betekent niet alleen contractbreuk met Defensie, met de nodige financieel nadelige gevolgen voor gemeente Enschede en provincie Overijssel als aandeelhouders, maar ook dat geen wezenlijke bijdrage geleverd kan worden aan de noodzakelijke herverkaveling en verdere vergroening in ’t Vaneker. Bovendien is behoud van deze panden visueel onaantrekkelijk en landschappelijk en stedenbouwkundig ongewenst. Daarbij komt dat de panden niet geschikt zijn voor het realiseren van een bij de doelstellingen van ’t Vaneker geschikt woonmilieu.
Uit de quickscan flora en fauna, die door Econsultancy in oktober 2018 is uitgevoerd, bleek dat aanvullend veldonderzoek nodig was om de aanwezigheid van functies voor vleermuizen in de te slopen panden Z18 a en Z18b uit te sluiten. Uit het aanvullend veldonderzoek is gebleken dat een deel van de bebouwing door gewone dwergvleermuizen wordt gebruikt als kraamverblijfplaats en paarverblijfplaats.
Om negatieve gevolgen voor de vleermuizen te voorkomen, is een alternatieve verblijfplaats gecreëerd, in de vorm van een vleermuishotel. Uiteraard worden de sloopwerkzaamheden zodanig uitgevoerd dat doden en verwonden van gewone dwergvleermuizen wordt voorkomen.
Gewone dwergvleermuis*
De gewone dwergvleermuis (Pipistrelllus pipistrellus) is een kleine vleermuis, met een gewicht van 3,5 – 8 gr en naar verhouding vrij lange, smalle vleugels, met een spanwijdte van 18 tot 24 cm. De gewone dwergvleermuis lijkt sterk op de ruige dwergvleermuis.
Biotoop en jachtgedrag
Gewone dwergvleermuizen jagen in gesloten tot halfopen landschap. Ze jagen relatief snel en wendbaar in een grillige vlucht met veel bochten en lussen en vliegen daarbij op enige afstand (1 tot 8 m) langs de vegetatie. Ze vliegen op een hoogte van gemiddeld 2 tot 5 m, maar soms op wel 15 m. Gewone dwergvleermuizen jagen in de beschutting van opgaande elementen in groene bebouwde omgeving, langs kanalen, vaarten, in tuinen en parken met vijvers, in lanen, tussen boomkruinen, boven open plekken in bos, langs de bosrand, straatlantaarns, in en langs lanen, bomenrijen, singels, houtwallen en holle wegen. Ze vangen diverse, veelal kleinere prooien uit de lucht en pakken dat wat voorhanden is. Ze eten voornamelijk muggen, dansmuggen, schietmotten, maar ook haften, gaasvliegen, nachtvlinders en soms ook kevers.
Het landschap op en rond ’t Vaneker is dan ook bij uitstek geschikt voor vleermuizen, dankzij de vele eikenbossen, onderling verbonden met lanen en houtwallen, de afwisseling en kleinschaligheid van het landschap en de aanwezigheid van water.
Verblijfplaatsen
(Kraam)kolonies zijn in Nederland vooral in gebouwen, in spouwmuren, achter betimmering en daklijsten, of onder dakpannen gevonden. Zo ook bij Z18a en Z18b. De groepsgroottes lopen uiteen van enkele tientallen tot meer dan tweehonderd dieren. In ’t Vaneker werden 70 dwergvleermuizen waargenomen. Gewone dwergvleermuizen zijn trouw aan hun locatie, maar gebruiken meerdere verblijfplaatsen en verhuizen relatief vaak. Ze jagen hoofdzakelijk binnen een straal van 2-5 km van de verblijfplaats.
Vliegroutes
Vleermuizen maken veelal gebruik van lijnvormige (donkere) landschapselementen als houtsingels, beken en lanen om zich te verplaatsen tussen verblijfplaatsen en voedselgebieden. Doordat dergelijke lijnvormige elementen in dit geval niet worden onderbroken, worden er geen potentiële vliegroutes verstoord.
Zwermgedrag
Zwermgedrag herken je doordat de dieren schijnbaar lukraak rondvliegen, zowel in als rond gebouwen. Dit zwermen heeft twee functies. Enerzijds gaan de oudere dieren hun winterverblijf inspecteren en verkennen de jongere dieren de locatie. Anderzijds is er een drukke uitwisseling van sociaal contact. Dit vindt plaats in de nazomer - afhankelijk van de soort van juli tot oktober en is het enige moment van het hele jaar dat mannetjes en wijfjes aandacht voor elkaar hebben. De mannetjes baltsen en proberen vrouwtjes te lokken om samen de ‘achterste kamertjes’ van het verblijf te gaan verkennen.
Vlak voor het licht wordt komen ze terug bij de verblijfplaats en 'zwermen' daar voordat ze naar binnen vliegen. Wanneer je tussen een half uur voor zonsopkomst en een half uur na zonsopkomst op pad gaat, kunt je dat prachtige fenomeen waarnemen zelf ook zien:
Eisen ecologische en visuele inpassing vleermuizenhotel
Het hotel heeft 4 verschillende kamers in elke windrichting, waar de vleermuizen kunnen verblijven. Deze kamers verschillen o.a. in warmte en luchtvochtigheid van elkaar.
Er zijn ruimtes aanwezig waar ze in of achter kunnen kruipen, zoals spouwmuren en boeidelen. Met name de kraamverblijven zijn vaak in spouwmuren, maar ook achter boeidelen en in daklagen.
Kleine openingen ter grootte van een stootvoeg (1.5-2cm) zijn aangebracht als entree tot het hotel.
Het hotel heeft dezelfde eigenschappen als de panden waar ze eerst in zaten en is daarom opgebouwd uit steen en hout.
Het hotel is van binnen donker.
Het hotel is zo dicht mogelijk bij de te slopen gebouwen geplaatst.
Binnenkant van het hotel is ruw afgewerkt.
Het hotel beschermt de vleermuizen tegen natuurlijke predatoren, zoals de steenmarter.
De gevelbetimmering heeft aan de onderkant een opening van ca 3cm en aan de bovenkant 1.5cm.
Het hotel heeft zowel een schaduw als een zonnige kant, zodat er keus is waar de vleermuizen willen zijn.